La douce France (1)

"Oui, oui, une baguette, s'il vous plaît... Ah, merci bien et à demain!"

Hij was zo blij dat hij het afgelopen jaar die conversatielessen Frans had gedaan. Het kwam goed van pas, bracht hem dichterbij de plaatselijke bevolking van het dorpje waar hij nu zijn vakantie doorbracht.

Hij zat op precies de goede plek, een dorpje in Zuid-Frankrijk op de juiste afstand van de kust. Ver genoeg van de drukte, maar wel goed te doen als hij een keertje zin had in een dagje strand en een duik in die goddelijke zee. 

Hij hield van Frankrijk. 

Gek eigenlijk, dacht hij, dat hij al die jaren hiervoor toen hij nog met haar samenleefde, alleen maar naar Duitsland wilde. Had dat met haar te maken of was hij echt veranderd sinds zij niet meer in zijn leven was?

Ja, zo noemde hij het liefst hun scheiding: niet meer in elkaars leven zijn. 
Hij was haar ook nooit meer tegengekomen sinds ze samen besloten hadden om alleen door te gaan. Gelukkig hadden ze geen kinderen. Hij wilde ze toen heel graag. Achteraf was hij haar nog steeds ontzettend dankbaar dat zij ze al die tijd tegen had gehouden. Hij moest er niet aan denken...

Hij wandelde rustig verder, de dorpsstraat uit. Bij de volgende hoek was het nog ongeveer een kwartiertje tot zijn vakantiehuis. Daar had hij de ontbijttafel al gedekt, onder een van de bomen in de voortuin. 
Daar zou hij zijn stokbrood in stilte oppeuzelen, zonder dat eeuwige gekakel van haar. Wat kon zij praten! Niet te geloven dat hij toch nog ruim tien jaar met haar had samengeleefd.

Zo'n landschap bijvoorbeeld waar hij nu doorheen liep, kon ze absoluut niet waarderen. Ze zag het niet eens. Ze liep alleen maar te praten over dingen die niets met het uitzicht te maken hadden en keek om de haverklap op haar horloge. Zij zou dan ook precies geweten hebben hoelang de wandeling van het huis tot aan de bakker duurde. 
Precies afgerond in minuten. 
Nooit ongeveer.
Zij hield ook nooit rekening met uitzonderingen, onverwachts oponthoud. Nee, voor haar was alles strak en gepland. Voorspelbaar. 
'Veilig en prettig,' noemde ze zo'n leven. 

Inmiddels was hij bij zijn vakantiehuis aangekomen. Hij legde zijn knapperige stokbrood in de schaduw van de boom, op tafel. 

Hij zou hier best kunnen wonen. Er hoefde niets voor hem te veranderen. Hij hield van de geur van de droge voortuin. De schaduw van de bomen, het ruisen van de wind. 
Alles mocht hier van hem blijven zoals het was. 

Enkel wat stilte in zijn hoofd...

Hij liep de koele keuken in, zette daar met veel aandacht een heerlijke café au lait en ging vervolgens rustig zitten op zijn geliefde plekje onder de boom. Hij hoopte dat dit huis hem de komende maand bij die rust en stilte zou kunnen brengen zodat hij eindelijk echt los van haar was.
Misschien was 'scheiding' toch een beter woord?

Hij brak zijn verse stokbrood in twee en doopte het in zijn kommetje café au lait.

***

Reacties